2016 : HERVORMING ERFRECHT

* Erfbelasting is nu gelijk voor alle stiefkinderen in het Vlaamse Gewest.

Stiefkinderen zijn niet-gemeenschappelijke kinderen van getrouwde paren of van partners die wettelijk of feitelijk samenwonen.

Stiefkinderen kunnen reeds enige tijd aan dezelfde tarieven van erfbelasting erven als biologische kinderen daartoe, maar onder bepaalde voorwaarden.

Tot voor kort was in het Vlaamse Gewest de volgorde van overlijden van samenwonende (stief)ouders hierbij belangrijk. Een stiefkind had enkel recht op de verlaagde tarieven van erfbelasting in het geval dat zijn stiefouder zou overlijden op een moment dat hij samenwoonde met de biologische ouder.

In het andere geval, waarbij de stiefouder later zou sterven dan de biologische ouder, had dit stiefkind geen recht meer op de verlaagde tarieven, omdat op moment van dit tweede overlijden er geen sprake meer kon zijn van samenwoning.

Dit is nu veranderd : de volgorde van overlijden van je biologische ouder of van je stiefouder speelt hier geen rol meer. Als je als stiefkind kan aantonen dat je stiefouder op het moment van zijn overlijden met je biologische ouder wettelijk samenwoonde of ten minste één jaar onafgebroken feitelijk samenwoonde, heb je recht op de verlaagde tarieven van erfbelasting zoals zogenaamde “echte” kinderen.

Opgelet : stiefkinderen erven niet automatisch van hun stiefouder. Deze stiefouder moet vooraf een regeling treffen zoals via een testament. Op dit vlak is er niets veranderd

* Schenkingsrechten of schenkbelasting zijn nu ook gelijk voor stiefkinderen in het Vlaamse Gewest.

In het Vlaamse Gewest werden schenkingen tussen stiefouders en stiefkinderen belast aan de hoogste tarieven, terwijl de schenkingen tussen kinderen en ouders warden belast aan de laagste tarieven. Dit verschikl in tarieven is vooral heel hoog bij schenkingen van onroerende goederen.

Deze ongelijkheid was al langer weggewerkt in het Waalse Gewest, maar is nu ook weggewerkt in het Vlaamse Gewest.

Stiefkinderen van ouders die huwen of wettelijk gaan samenwonen, kunnen onmiddellijk van deze gelijkschakeling genieten, terwijl stiefkinderen van ouders die feitelijk samenwonen, pas van deze gelijkschakeling genieten vanaf wanneer de ouders één jaar onafgebroken hebben samengewoond.

Ook een zorgkind kan nu van deze gelijkschakeling genieten. Maar je bent pas een zorgkind als je voor de leeftijd van 21 tijdens minstens 3 opeenvolgende jaren hebt ingewoond bij je zorgouder en er de opvoeding en verzorging hebt kunnen genieten zoals biologische ouders normal ook voorzien.

* Wat is veranderd bij de overdracht van het familie bedrijf?

Sinds 2012 is in het Vlaamse gewest de wetgeving voor de overdracht van een familiebedrijf sterk veranderd. Voorheen was de erfbelasting herleid tot 0%, mits aan bepaalde voorwaarden te voldoen en hanteerde men verlaagde tarieven voor de schenking ervan.

Sinds 2012 heeft men de redenering en de tarieven omgekeerd: gezien vele Belgische ondernemingen problemen hebben met de opvolging, wil men het vooraf doorgeven van het bedrijf aanmoedigen. Daarom is de schenking aantrekkelijker gemaakt door de schenkbelasting te herleiden tot 0% . Tegelijkertijd is de vrijstelling van erfbelasting voor het familiebedrijf ingetrokken en verhoogd tot een vast tarief van 3% of 7% indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Met “familiebedrijf “ worden zowel familiale ondernemingen als (de aandelen van) familiale vennootschappen bedoeld.

De voorwaarden waaraan moet voldaan worden bij de vrijstelling van schenkbelasting of de verlaagde vaste tarieven van erfbelasting zijn gelijklopend. De belangrijkste zijn:

* economische activiteit

* participatievoorwaarde

* continuiteit

* attest 

* Onterven via een levensverzekering is niet meer mogelijk.

Gezien de uitbetaling van een levensverzekering niet tot de nalatenschap behoort, was het tot voor enkele jaren geleden mogelijk om toch je beschermde erfgenamen op die manier hun bescherming uit te hollen.

Sinds kort is dit nog verstrengd: niet alleen hebben de beschermde erfgenamen recht op hun reservatair of voorbehouden deel de uitbetaalde premies, maar eveneens op hun reservatair deel wat de uitbetaling van het levensverzekeringskapitaal betreft. Beschermde erfgenamen kunnen dus hun wettelijke bescherming volledig uitoefenen op een levensverzekering, zodat een de facto onterving onmogelijk is geworden.

Zoals vroeger wordt de uitbetaling van een levensverzekering naar aanleiding van een overlijden belast met erfbelasting, wie het ook uiteindelijk ontvangt. Daar is niets aan veranderd.

* De uitbetaling van een levensverzekering moet het testament volgen

Sinds maart 2014 is de overgangsmaatregel afgelopen die twee jaar eerder van start was gegaan.

Het gebeurt vaak dat iemand een testament opstelt in het voordeel van bepaalde personen, maar hierbij over het hoofd ziet dat er vroeger reeds een levensverzekering is afgesloten waarbij de begunstigde niet overeenkomt met het testament.

Vaak wordt er als begunstigde bij een levensverzekering “de wettelijke erfgenamen” vermeld. Deze wettelijke erfgenamen krijgen dan ieder een gelijk deel van het kapitaal uitgekeerd. Wie een testament maakt, wil meestal net van deze gelijke verdeling afwijken, of wil bepaalde wettelijke erfgenamen zo mogelijk uitsluiten.

Daarom geldt de nieuwe regeling als volgt: Bij een vermelding van “wettelijke erfgenamen” zal zo goed mogelijk de verdeling zoals voorzien in je testament worden gevolgd. Men gaat er immers van uit dat je in je testament je eigenlijke laatste wil formuleert.

* Je erfenis verwerpen ten voordele van je kinderen is nu makkelijker geworden.

Dit wordt “de vrijwillige erfenissprong” genoemd. Zo kan een kind de volledige erfenis van zijn ouder(s) verwerpen en deze erfenis zo doorgeven aan zijn eigen kinderen.

Vroeger was dat in de meeste gevallen niet mogelijk, tenzij ook al je broers en zussen ook de erfenis zouden verwerpen.

Indien je bijvoorbeeld erft van je ouders en jij en je broer verwerpen de nalatenschap, maar je twee zussen niet, dan waste het erfdeel van je broer en jezelf aan bij de erfenis van je zussen. Zo zouden je eigen afstammelingen en die van je broer niets van deze erfenis ontvangen. Dit is nu veranderd.

Let op : een erfenis weigeren betekent dat je helemaal niets kan erven

Je kan niet een deel van de nalatenschap verwerpen en een deel aanvaarden. Het is alles of niets. Op dat vlak is er niets veranderd.

Nadeel : als grootouder heb je hier echter geen zekerheid van, want het is aan je kind om na je overlijden je erfenis al dan niet te verwerpen.

Misschien is dit binnenkort ook te regelen. In het kader van de hervorming van het erfrecht, zou het mogelijk zijn om toch op voorhand al bepaalde afspraken te maken over de erfenis. Maar wat wel en niet zal kunnen en onder welke voorwaarden is nog niet bekend.

* De terugkeer van geschonken goederen van kinderen terug naar hun ouders is vrijgesteld van erfbelasting.

Sinds 2014 is er een nieuwe vrijstelling van erfbelasting voor de zogenaamde “wettelijk terugkeer”.

Het principe is als volgt: Als een kind overlijdt zonder zelf afstammelingen te hebben nagelaten, zullen alle goederen die het kind van zijn ouders heeft geschonken gekregen automatisch terug in bezit komen van de ouders. Vroeger werd hierop erfbelasting geheven, maar dit is nu afgeschaft.

Wettelijke terugkeer wordt toegepast op voorwaarde dat het kind overlijdt zonder dat het zelf afstammelingen heeft nagelaten, en dat het geschonken goed nog aanwezig is op moment van overlijden van het kind.

Of de schenking geregistreerd is of niet, heeft geen belang. Bijgevolg is dit ook mogelijk voor de handgift en de bankgift. 

* Nu ook vrijstelling van erfbelasting voor de gezinswoning in het Brussels Hoofdstedelijk gewest en het Waalse Gewest.

Sinds 2014 geldt nu ook een vrijstelling zoals in het vlaamse Gewest reeds van 2007 van toepassing is. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt deze vrijstelling enkel voor gehuwden en partners die wettelijk samenwonen. Feitelijke samenwoners kunnen hier niet van genieten.

Naas deze vrijstelling blijft ook het verlaagd tarief van erfbelasting gelden voor bijvoorbeeld inwonende kinderen en ouders, iets wat dan weer niet in het vlaamse Gewest van toepassing is.

Ook het Waalse gewest hanteert sinds kort de vrijstelling voor de gezinswoning, maar ook mits bepaalde voorwaarden.